Daniël Lohues
Moi

Dit is een concert met pauze en met alleen zitplaatsen.

Daniël begeleidde vanaf zijn zevende jaar kinderkoor De Kleine Klokjes, alsmede de volkszang op het Maarschalkerweerd kerkorgel van de Onze-Lieve-Vrouw-Onbevlekt-Ontvangenkerk te Erica. Als tiener speelde hij in een aantal Engelstalige bands voordat hij frontman en liedschrijver werd van de band Skik. Hij nam met deze band vijf albums op en ontving een Zilveren Harp. In 2003 richtte hij Lohues & The Louisiana Blues Club op waarmee hij twee albums opnam in de Verenigde Staten.

Daniël speelde gedurende zijn carrière op alle grote festivals en verzorgde meerdere malen het voorprogramma van Van Morrison en The Rolling Stones. Om vervolgens in acht jaar tijd maar liefst negen solo-albums op te nemen, zelf te produceren en uit te brengen. Waaronder het vierluik Allennig en de albums Hout Moet, Gunder, Ericana, D en Aosem. Door songs van zijn albums te vermengen met verhalen over ver weg en dichtbij, ontstaan theatervoorstellingen waarmee hij ieder jaar uitgebreid tourt langs de Nederlandse theaters.

Daniël schrijft ook muziek en teksten voor onder andere Jenny Arean, Guus Meeuwis, Freek de Jonge, Paul de Leeuw, Kinderen voor kinderen en The Common Linnets. In zijn rol als producer nam hij albums op met onder anderen DI-RECT, Herman van Veen, Henny Vrienten, Rob de Nijs, Herman Finkers, Babette van Veen, Stephanie Struijk en Cuby & The Blizzards. Daniël kreeg de Annie M.G. Schmidt-prijs voor het beste theaterlied voor het lied Annelie. Voor Hout Moet ontving Daniël een Edison.

“Net als alle acht voorgangers is het een album geworden waar de muzikaliteit aan alle kanten van af spat. Welbeschouwd is het tamelijk verbijsterend dat iemand zo constant op zo’n hoog niveau zoveel muziek kan maken. De liedjes op Aosem zijn weer typisch Lohues: een liefdevolle mengelmoes van melancholie, troost en bezinning. Intiem, persoonlijk en onmiddellijk herkenbaar. Muzikaal schijnbaar eenvoudig, maar razend knap gecomponeerd en van grote melodische schoonheid. Bij elke draaibeurt wint deze plaat aan diepte.” – Dagblad van het Noorden, Job van Schaik

uitverkocht
Deze voorstelling heeft al plaatsgevonden
theaterconcert

Dit is een concert met pauze en met alleen zitplaatsen.

Daniël begeleidde vanaf zijn zevende jaar kinderkoor De Kleine Klokjes, alsmede de volkszang op het Maarschalkerweerd kerkorgel van de Onze-Lieve-Vrouw-Onbevlekt-Ontvangenkerk te Erica. Als tiener speelde hij in een aantal Engelstalige bands voordat hij frontman en liedschrijver werd van de band Skik. Hij nam met deze band vijf albums op en ontving een Zilveren Harp. In 2003 richtte hij Lohues & The Louisiana Blues Club op waarmee hij twee albums opnam in de Verenigde Staten.

Daniël speelde gedurende zijn carrière op alle grote festivals en verzorgde meerdere malen het voorprogramma van Van Morrison en The Rolling Stones. Om vervolgens in acht jaar tijd maar liefst negen solo-albums op te nemen, zelf te produceren en uit te brengen. Waaronder het vierluik Allennig en de albums Hout Moet, Gunder, Ericana, D en Aosem. Door songs van zijn albums te vermengen met verhalen over ver weg en dichtbij, ontstaan theatervoorstellingen waarmee hij ieder jaar uitgebreid tourt langs de Nederlandse theaters.

Daniël schrijft ook muziek en teksten voor onder andere Jenny Arean, Guus Meeuwis, Freek de Jonge, Paul de Leeuw, Kinderen voor kinderen en The Common Linnets. In zijn rol als producer nam hij albums op met onder anderen DI-RECT, Herman van Veen, Henny Vrienten, Rob de Nijs, Herman Finkers, Babette van Veen, Stephanie Struijk en Cuby & The Blizzards. Daniël kreeg de Annie M.G. Schmidt-prijs voor het beste theaterlied voor het lied Annelie. Voor Hout Moet ontving Daniël een Edison.

“Net als alle acht voorgangers is het een album geworden waar de muzikaliteit aan alle kanten van af spat. Welbeschouwd is het tamelijk verbijsterend dat iemand zo constant op zo’n hoog niveau zoveel muziek kan maken. De liedjes op Aosem zijn weer typisch Lohues: een liefdevolle mengelmoes van melancholie, troost en bezinning. Intiem, persoonlijk en onmiddellijk herkenbaar. Muzikaal schijnbaar eenvoudig, maar razend knap gecomponeerd en van grote melodische schoonheid. Bij elke draaibeurt wint deze plaat aan diepte.” – Dagblad van het Noorden, Job van Schaik