Terugblik: Kopfkino met Emily Ansenk

9 oktober 2018

Op 14 september was Emily Ansenk, directeur van de Kunsthal Rotterdam, te gast in LantarenVenster voor de eerste editie van Kopfkino in 2018. Jeroen Deckers schreef een terugblik.

Het element ‘water’ krijgt al direct bij de aanvang van het gesprek een centrale plaats: Ansenk heeft er een haat-liefde verhouding mee. De angst die zij voelt voor verdrinking en tegelijkertijd de liefde voor imposante golven die haar fragiele lijf uitputten als zij balanceert op de surfplank. Het overmoedige op de golven verbindt Van Geest mooi met haar gedurfde ambities als directeur van De Kunsthal: tentoonstellingen programmeren die een breed publiek aanspreken op het risico af dat haar het verwijt treft van effectbejag. Dit conflict drijft Ansenk op de spits door een videoclip te laten zien met Beyoncé en Jay Z in het Louvre. De esthetiek ervan doet mij persoonlijk af en toe wat pathetisch aan, maar beseffend dat het grote publiek plat gaat voor de Queen Of Rap, ziet Ansenk hen als unieke gidsen die mensen het museum in kunnen lokken die daar anders misschien nooit zouden komen.
Dat doel heiligt dit middel.

Zoals de surfplank haar dwingt tot bescheidenheid, zo ziet Ansenk zichzelf in een dienende rol voor de kunsten en creativiteit, in het bijzonder als toegevoegde waarde in de educatie. Dit laatste onderstreept zij met een TED-talk uit februari 2006 door Ken Robinson, die daarin de stelling betrekt dat creativiteit in het onderwijs evenveel aandacht verdient als bijvoorbeeld leren lezen.

De hoofdfilm van de avond, Le grand blue (Luc Besson, 1988), had Ansenk voor het laatst gezien in de tijd dat zij studeerde in Aix en Provence, dertig jaar geleden. Twee gebeeldhouwde mannen trotseren steeds verder de diepte van de zee terwijl hun smachtende vrouwen geen schijn van kans hebben hen te weerhouden van hun ondergang.
Drie uren lang vloeibare esthetiek en onafwendbare melancholie.