Retrospectief Agnès Varda en Jacques Demy

Lantaren/Venster biedt in samenwerking met het Filmhuis Den Haag een retrospectief van het werk van twee auteurs uit de Franse filmgeschiedenis: Agnès Varda en Jacques Demy.

Agnès Varda (1928) en Jacques Demy (1931-1990) trouwen in de jaren zestig met elkaar en hoewel ze later hun leven gescheiden doorbrengen, onderhouden ze dertig jaar lang een hechte en liefdevolle band. In 1990 overlijdt Demy en sindsdien beheert Varda zijn oeuvre, restaureert het en laat hem in haar eigen werk ’terugkomen’.

Hun artistieke smaken en stijlen liggen ver uiteen. Demy maakt ‘kalme en rustige films over geluk’ en het mislopen daarvan, terwijl Varda veel meer in de maatschappelijke realiteit staat. Haar films zitten vol tegenspraak: kritisch tegenover empathisch. Met haar eerste speelfilm Cléo de 5 à 7 plaatst ze zich in de voorste rijen van de door mannen gedomineerde filmstroming van de Nouvelle Vague.

Varda en Demy hebben nooit samengewerkt en toch beïnvloeden zij elkaar: Le bonheur (1965) van Varda deelt het kleurenpalet van Les parapluies de Cherbourg, terwijl de liedjes van componist Michel Legrand uit Cléo de 5 à 7 de prelude zijn voor de ‘cinéma en chanté’ van Demy.

Varda’s meest recente documentaire Les plages d’Agnès (2008) is haar essayistische autobiografie en tevens een krachtige liefdesverklaring aan Demy (“de meest geliefde van alle doden”). Mede om deze reden worden de twee cineasten in één retrospectief naast elkaar geplaatst.

  • filmspecial

Lantaren/Venster biedt in samenwerking met het Filmhuis Den Haag een retrospectief van het werk van twee auteurs uit de Franse filmgeschiedenis: Agnès Varda en Jacques Demy.

Agnès Varda (1928) en Jacques Demy (1931-1990) trouwen in de jaren zestig met elkaar en hoewel ze later hun leven gescheiden doorbrengen, onderhouden ze dertig jaar lang een hechte en liefdevolle band. In 1990 overlijdt Demy en sindsdien beheert Varda zijn oeuvre, restaureert het en laat hem in haar eigen werk ’terugkomen’.

Hun artistieke smaken en stijlen liggen ver uiteen. Demy maakt ‘kalme en rustige films over geluk’ en het mislopen daarvan, terwijl Varda veel meer in de maatschappelijke realiteit staat. Haar films zitten vol tegenspraak: kritisch tegenover empathisch. Met haar eerste speelfilm Cléo de 5 à 7 plaatst ze zich in de voorste rijen van de door mannen gedomineerde filmstroming van de Nouvelle Vague.

Varda en Demy hebben nooit samengewerkt en toch beïnvloeden zij elkaar: Le bonheur (1965) van Varda deelt het kleurenpalet van Les parapluies de Cherbourg, terwijl de liedjes van componist Michel Legrand uit Cléo de 5 à 7 de prelude zijn voor de ‘cinéma en chanté’ van Demy.

Varda’s meest recente documentaire Les plages d’Agnès (2008) is haar essayistische autobiografie en tevens een krachtige liefdesverklaring aan Demy (“de meest geliefde van alle doden”). Mede om deze reden worden de twee cineasten in één retrospectief naast elkaar geplaatst.

Programma