All You Can Eat Buddha

Ian Lagarde

De steriele, enigszins kinderlijke omgeving van een vakantieresort kan onwerkelijk aanvoelen, zeker na een lang verblijf. Maar het wordt nooit zo surreëel als in het speelfilmdebuut van Ian Lagarde. Mike is een bedaarde, corpulente toerist die zo geniet van de regelmaat in een Zuid-Amerikaans vakantieoord dat hij er wel eeuwig wil blijven. Een ontmoeting met een octopus op het strand leidt tot een reeks bizarre gebeurtenissen. Mike begint wonderen te verrichten.

All You Can Eat Buddha is als een griezelig contrapunt van Ulrich Seidls Paradise: Love (2012), waarbij all-you-can-eat-buffetten en all-inclusive verwennerij het sekstoerisme vervangen. De film ontvouwt zich tot een uitgestreken, zen-achtig, verontrustend visioen, terwijl Mike zich ontpopt als de ondoorgrondelijke boeddha uit de titel. Toeristen komen en gaan, het resort is niet immuun voor politieke gebeurtenissen erbuiten, maar Mike blijft wie hij is.

Cameraman/regisseur Lagarde dompelt ons langzaam onder in een droomlandschap en laat zien dat, zoals de Talking Heads zongen, “Heaven is a place where nothing ever happens“. 

Deze voorstelling heeft al plaatsgevonden
  • filmspecial
Canada
2018
84’
Engels ondertiteld

De steriele, enigszins kinderlijke omgeving van een vakantieresort kan onwerkelijk aanvoelen, zeker na een lang verblijf. Maar het wordt nooit zo surreëel als in het speelfilmdebuut van Ian Lagarde. Mike is een bedaarde, corpulente toerist die zo geniet van de regelmaat in een Zuid-Amerikaans vakantieoord dat hij er wel eeuwig wil blijven. Een ontmoeting met een octopus op het strand leidt tot een reeks bizarre gebeurtenissen. Mike begint wonderen te verrichten.

All You Can Eat Buddha is als een griezelig contrapunt van Ulrich Seidls Paradise: Love (2012), waarbij all-you-can-eat-buffetten en all-inclusive verwennerij het sekstoerisme vervangen. De film ontvouwt zich tot een uitgestreken, zen-achtig, verontrustend visioen, terwijl Mike zich ontpopt als de ondoorgrondelijke boeddha uit de titel. Toeristen komen en gaan, het resort is niet immuun voor politieke gebeurtenissen erbuiten, maar Mike blijft wie hij is.

Cameraman/regisseur Lagarde dompelt ons langzaam onder in een droomlandschap en laat zien dat, zoals de Talking Heads zongen, “Heaven is a place where nothing ever happens“.