Nella città l'inferno

Hell in the City
Renato Castellani

“Het is een vergissing, het is niet waar!”, roept een jonge vrouw. Door een smalle gang wordt zij meegevoerd. De processie eindigt als Lina in een zaal naar binnen wordt geschoven. Een klooster middenin Rome is herbestemd tot vrouwengevangenis.

In de cel is ruimte voor een tiental vrouwen. De dikkerd noemen ze Moby Dick, de bejaarde oplichtster La Contessa (de gravin). De nonnen zijn, ondanks hun professionele afstandelijkheid, best aardige cipiers. Lina is een provinciaals dienstmeisje, dat erin geluisd is door een vriendje. Hij heeft haar versierd voor een inbraak bij haar werkgever. In deze bedreigende omgeving klamt Lina zich vast aan Egele, een door de wol geverfde hoer, met het spreekwoordelijke gouden hartje. Natuurlijk is dit Anna Magnani, even perfect getypecast volgens het imago dat zij sinds Roma, città aperta had geperfectioneerd.

Renato Castellani debuteerde als regisseur in 1942. Hij zette zich in voor het ‘Verismo’, de stijl die in Italië populairder was dan het neorealisme. Nella città l’inferno is geen doorsnee gevangenisfilm. Er is geen sprake van een spectaculaire ontsnappingspoging of van een glorieuze opstand tegen een tirannieke bewaker. Het drama ligt subtieler, het venijn gaat schuil in het gebrek aan privacy, dat Castellani met allengs zwaardere middelen beklemtoont. Deze hel is alledaags en daardoor des te gemener. Het zit ‘m in de sleur, de dreigende onvoorspelbaarheid van de stemming van de medegevangenen, de onderlinge afhankelijkheid, en vooral in het gebrek aan stilte. En dat misdaad voortvloeit uit de algemene armoede en de bestuurlijke corruptie, is niet meer dan een open deur.

Deze voorstelling heeft al plaatsgevonden
  • filmspecial
IT
1959
110’
Italiaans gesproken
Engels ondertiteld

“Het is een vergissing, het is niet waar!”, roept een jonge vrouw. Door een smalle gang wordt zij meegevoerd. De processie eindigt als Lina in een zaal naar binnen wordt geschoven. Een klooster middenin Rome is herbestemd tot vrouwengevangenis.

In de cel is ruimte voor een tiental vrouwen. De dikkerd noemen ze Moby Dick, de bejaarde oplichtster La Contessa (de gravin). De nonnen zijn, ondanks hun professionele afstandelijkheid, best aardige cipiers. Lina is een provinciaals dienstmeisje, dat erin geluisd is door een vriendje. Hij heeft haar versierd voor een inbraak bij haar werkgever. In deze bedreigende omgeving klamt Lina zich vast aan Egele, een door de wol geverfde hoer, met het spreekwoordelijke gouden hartje. Natuurlijk is dit Anna Magnani, even perfect getypecast volgens het imago dat zij sinds Roma, città aperta had geperfectioneerd.

Renato Castellani debuteerde als regisseur in 1942. Hij zette zich in voor het ‘Verismo’, de stijl die in Italië populairder was dan het neorealisme. Nella città l’inferno is geen doorsnee gevangenisfilm. Er is geen sprake van een spectaculaire ontsnappingspoging of van een glorieuze opstand tegen een tirannieke bewaker. Het drama ligt subtieler, het venijn gaat schuil in het gebrek aan privacy, dat Castellani met allengs zwaardere middelen beklemtoont. Deze hel is alledaags en daardoor des te gemener. Het zit ‘m in de sleur, de dreigende onvoorspelbaarheid van de stemming van de medegevangenen, de onderlinge afhankelijkheid, en vooral in het gebrek aan stilte. En dat misdaad voortvloeit uit de algemene armoede en de bestuurlijke corruptie, is niet meer dan een open deur.

Met: Anna Magnani, Giulietta Masina, Myriam Bru